Aangespoord door het Congres der Volkeren, opgericht door de Wereldburgers :

images \logokio.gif

WERELDSOLIDARITEIT TEGEN DE HONGER

1982

Honger, Ontwikkeling en Wereldburgerschap - Der eerste leden - de originaliteit van het WFS

Onder de werkcomissies die in de zeventiger jaren bij de Wereldburgers werden opgericht, bevond zich de commissie "Honger, Ontwikkeling en Wereldburgerschap". Uit diens schoot kwam de mening voort, dat men van een mogelijk internationale vereniging niet mag verwachten, dat het verkrijgen van genoeg en evenwichtig voedsel verzekerd zal zijn voor alle mensen. ONA (1) bestond reeds, maar zoals elk UN-filiaal, richt het zich voornamelijk naar staten, en in het UN-systeem, dat beïnvloed wordt door de sterke machthebbers, is de geleverde hulp niet altijd geschikt.

Vooral in een wereld waar de productie en de commercialisering van de voedingsmiddelen meer en meer gebeuren volgens de mechanismen van het streven naar rendement en profijt. Vooral in een wereld waar de voedingsmiddelen, overvloedig hier, maar schaars ginder, soms door sommige staten of multinationals aangewend worden als drukkingmiddel ("voedsel wapen").

Bovendien wordt het hongerprobleem, behalve ingeval van grote regionale honger en oorlogssituaties, zelden opgelost door een massale voedselvoorziening van de rijke landen naar de landen die lijden aan een tekort aan levensmiddelen, want dan gaat het om overdrachten die in staat zijn de één hegemonisch sterker te maken en de andere meer afhankelijk te maken, zowel wat betreft financiën, technologie en … politiek. Hier ontbreekt het concept van een gestage en rechtvaardige ontwikkeling.

Meestal ligt de oplossing van het hongerprobleem in de uitbouw van de lokale productie, "lokaal" met de meest kleinschalige betekenis, een uitbouw tegelijkertijd gebaseerd op milieukennis van het land (in zijn zuivere betekenis) en op de knowhow van de autochtonen. En men kan makkelijk vaststellen dat er wel degelijk een geldgebrek bestaat bij de pogingen van de nietige boeren- of visvangst-organisaties, een voedsel-zelfvoorziening te bereiken.

Aangespoord door het Congres der Volkeren (Verklaring n°6, 1974) leidde het interne gepieker van de commissie "Honger en Ontwikkeling" de deelnemers ertoe over te gaan van de idee naar de actie : men moet een nieuwsoortige organisatie voorstellen die volgens de principes van wereldburgerschap en federalisme, die mechanismen in werking doet treden die het realiseren van de voedsel-zelfvoorziening van de inwoners bewerkstelligen. Het ging er niet meer om goederen of materialen uit te voeren, het ging er niet meer om technologie door te geven of schulden te creëren; van dan af ging het erom financieel te helpen, van burgers tot burgers, in een vernieuwende partner-geest, het ging om mensen, die hun eigen ontwikkeling op zich nemen, die hun eigen projecten uitwerken en ze ook tot het einde toe uitvoeren.

Wereldsolidariteit tegen de Honger (1982)

De eerste leden waren natuurlijk enkele Wereldburgers, en het eerste project kon zijn financiering reeds in 1983 krijgen : de constructie van een filiaal van een opleidingscentrum in een boerenmidden in Rubare (Giciye, Rwanda), in partnerschap met het Gemeenschapscentrum voor Ontwikkeling en Constante Opleiding. Dit project, dat volledig in zijn opzet slaagde, werd opgevolgd door vele anderen : jaarlijks worden 3 tot 4 projecten gefinancierd.

Geplaatst tegenover enkele moeilijke projecten, kreeg het Wereldsolidariteit tegen de Honger (1982) de mogelijkheid haar efficiëntie te verbeteren aan de hand van de ervaring van tientallen bestudeerde projecten (die voorts niet altijd leidden tot het ondertekenen van de contracten en de financiering), dit zowel in Afrika (Tsjaad, Malagasië, Zaïre, Kameroen, Senegal), als in Latijns-Amerika (Bolivia, Mexico, Brazilië, Chili) als zelfs in Europa (het Werklozentehuis van Nanterre, Frankrijk). En de mogelijkheid haar efficiëntie te verbeteren, maar ook en voornamelijk haar mutualistische principes meer en meer begrepen te zien bij de begunstigden. Hier komen we verder nog op terug.

Maar het Wereldsolidariteit tegen de Honger bereikte slechts in de afgelopen jaren zijn volle doeltreffendheid met het vinden van de middelen die soms ontbraken om enerzijds te kunnen verzekeren dat de projecten ook werkelijk tot het einde worden uitgevoerd, dus dat de financiering ook daadwerkelijk wordt aangewend zoals gepland, en anderzijds om te verzekeren dat de democratische regels in verband met de medeverantwoordelijkheid van de partners goed verstaan werden. Tijdens een missie in Togo konden nieuwe partnerschappen ontstaan die niet alleen de deelname van de dorpsgroep en het Wereldsolidariteit (de gemeenschappelijke kas) vereisten, maar van dan af ook een derde partner : een plaatselijke regeringsonafhankelijke organisatie, die de technische verzorging, de controle over de onderneming, de uitvoering van het ondertekende contract en de betaling van de bijdragen verzekerde, maar die ook een verzoek om het project te wijzigen kon ondersteunen en rechtvaardigen.

Dit principe van driezijdig partnerschap is nu de regel in het Wereldsolidariteit. Maar hierboven gebruikten we zonet de uitdrukkingen mutualisme, bijdrage, gemeenschappelijk kas… We zullen nu even preciseren wat dit inhoudt:

de originaliteit van het Wereldsolidariteit tegen de Honger
  •  
  • Omdat een Wereldsolidariteit volgens de principes van samenwerking (één man = één bijdrage = één stem) en mutualisme (wederzijdse hulpverlening) functioneert, was het nodig een manier te vinden om haar leden in staat te stellen om, wie dan ook ze zijn, rijk of niet, bij te dragen met hetzelfde gevoel van toewijding, en, hoe dan ook, dat niemand zich in een situatie van financiële minderwaardigheid zou voelen in vergelijking tot iemand anders. Daarom werd er besloten dat de jaarlijkse bijdrage vrijwillig moet zijn, aan ieders eigen schatting overgelaten, volgens eigen levensstandaard en mogelijkheden, maar dat ze niet lager zij dan het geldequivalent van de voedselportie voor één dag. Zodoende betaalt een Afrikaan, Amerikaanse indiaan (of een werkloze in een ontwikkeld land) zoveel hij kan, en hij doet dezelfde mutualistische daad als hij die zijn geld gemakkelijk verdient. Wat deze laatste niet belet veel meer te betalen, indien hij dit wenst (wat vaak het geval is). Het is nodig te preciseren dat elke dorpsgroep, die de financiering van haar collectief project aanvraagt, zijn leden persoonlijk moet laten toetreden tot het Wereldsolidariteit. Geen enkele financiering wordt toegekend aan individuele projecten.
  • de gemeenschappelijke kas van het Wereldsolidariteit (waaruit men het geld voor de financiering van de projecten put) bestaat uit bijdragen, schenkingen, en … terugbetalingen van de leningen gegeven ter financiering van de projecten.
  • in feite bestaat de financiering van een project meestal uit een aantal delen zoals de eigen aanbreng (bijvoorbeeld 10 %), een deel als subsidie (bijvoorbeeld 50 %) en uit een lening die zonder interest dient te worden terugbetaald volgens een betalingsritme vastgesteld door de partners (in dit zelfde voorbeeld : 40 %). Dit heeft een versterking van het gevoel van verantwoordelijkheid en een versterkte inzet van de mensen als gevolg, die er dan niet van uit kunnen gaan, dat het gaat om geld "dat uit de hemel komt gevallen" of… van de "Blanke Heer" afkomstig is.
  • bijgevolg wordt de gemeenschappelijk kas, met de jaarlijkse bijdragen en de terugbetalingen van de leningen steeds op een niveau gehouden dat het toelaat verder in te gaan op de meest waardevolle verzoeken.
  • met het bulletin "Monda Solidareco" ("Wereldsolidariteit", een unieke titel in het Esperanto), uitgegeven in meerdere (2) talen, wordt ieder lid, waar hij ook woont, op de hoogte gehouden van alle activiteiten van het Wereldsolidariteit, en aangezien hij informatie over de inspanningen, de resultaten, en zelfs de inzet van haar andere leden verneemt, wordt hij zich op deze wijze bewust van haar nut en haar solidariteit (want het is de terugbetaling van de aan de dorpsgroep gegeven lening en haar eigen bijdragen die opnieuw de gemeenschappelijke kas uitmaken en de financiering van andere projecten, elders ter wereld, mogelijk maken). Ziehier dus de concrete belevenis van feitelijke wereldsolidariteit! Is dit geen echt mondialisme?

85 % voor de projecten.

Het Wereldsolidariteit van Solidariteit Tegen Honger wordt bestuurd door een groep vrijwilligers, opdat de werkingskosten de 15 % niet zou overstijgen, dit houdt in, dat meer dan 85 % van de geldmiddelen gewijd worden aan de financiering van de projecten. Inderdaad! Dat kan niet iedereen zeggen!

Wereldinstituut voor Solidariteit

Eén van de statutaire doelen van het Wereldfonds is te werken voor de oprichting van een werkelijk Wereldinstituut voor Solidariteit tussen de volkeren, gebaseerd op een mondiale democratie en in staat om voor de vooruitgang van de mens datgene wat van de transnationale handel, de oorlogsbudgetten en de financiële speculatie wordt afgenomen, te herverdelen.

 

1. Organisatie voor Voeding en Agricultuur, in het Engels: FAO.

2. Esperanto als "officiële taal", Frans, Spaans, Engels. Doch ondanks meerdere pogingen kon het Wereldfonds zich noch in Amerika - Haïti uitgezonderd, noch in Azië vestigen. Er ontbreken nog enkele vrijwillige beheerders en Engelssprekende en Spaanssprekende vertalers. De Engelse en Spaanse uitgaven van Wereldsolidariteit laten nog op zich wachten. Maar er bestaan documenten in beide talen evenals in het Portugees, Duits, Italiaans, Zweeds…

 

Solidarité Mondiale contre la Faim, 1 ruelle Haute, 21120 GEMEAUX, France

CCP PARIS 10 734 96 Z

FR 57 30041 00001 1073496Z020 31


 SMF, Ruelle Haute, FR 21120 GEMEAUX